zondag 28 juni 2015

De koningin

De koningin ook wel moer genoemd, is de belangrijkste bij van de kolonie.
 

Zij heeft een zeer groter achterlijf dan de werksters.
De moer kan tot 1500 eitjes leggen per dag.
Ze ontstaat uit een bevrucht ei net zoals de werksters.
 

De koninginnencel wordt belegd met een bevrucht ei. Na drie dagen wordt die een larve.
Deze word dan tot de negende dag gevoerd door de werksters met koninginnengelei. Daarna wordt de cel gesloten. De larve verpopt nu tot koningin.
Zestien dagen na het leggen van het eitje, knaagt de koningin zich uit de cel.
 
 
 
 
 
Als de koninginnencel gesloten is, verlaat de oude koningin de kast, samen met de helft van de bijen.


Ze hangen hier rond de paal van een paardenweide. Je ziet niks meer van de paal.
Dit is een voorzwerm, dus met een reeds bevruchte moer.
Zij beginnen een nieuwe kolonie op een andere plaats.
 
 
Natuurlijk word er meer dan één koningin geboren, en ook niet allemaal op dezelfde dag.
De nieuwe moeren die elkaar tegenkomen vechten tot de dood.
Anderen verlaten ook de kast met een kleinere groep bijen. Dit noemen we een nazwerm.
Hier zit dus een nog niet bevruchte moer in.
 
 
 
De onbevruchte moer moet nu bevrucht geraken. Vijf dagen na haar geboorte, bij mooi weer en weinig wind vliegt zij uit. Ze word in de lucht bevrucht door verschillende darren.
Zij is nu bevrucht voor het leven. Ze kan nu bevruchte en onbevruchte eitjes leggen.
 
Geraakt ze door slecht weer of gebrek aan darren niet binnen de drie weken bevrucht, dan zal zij enkel onbevruchte eitjes leggen. Hieruit komen dan darren, zij kan dan geen werksters maken en is dan nutteloos.
 
 
 
Het kan natuurlijk gebeuren dat de koningin vroegtijdig sterft. Soms word ze opgegeten door een zwaluw tijdens de bruidsvlucht. Ze kan ook tussen de kast geraken of er uit vallen tijdens het manipuleren van een kast. In dit geval maken ze redcellen, van gewone cellen.
 


Hierboven zie je de verticale cellen die uitgebouwd zijn uit cellen waar normaal gewone werksters uit gingen geboren worden.
Ze gebruiken hiervoor bij voorkeur larven van 3 dagen oud, omdat alle larven tot de derde dag dezelfde voeding krijgen(koninginnengelei).
 
 
 
Een koningin kan tot vijf jaar leven. Meestal word zij vroeger vervangen door de bijen als ze niet meer zo goed legt. Een gewone werkster leeft in hoog seizoen maar zes weken.